‘Soft’ en ‘geitenwollensokkengedoe’ hoor ik nog wel eens bij het noemen van psychosociale of energetische therapie. Maar ondanks dat draag ik de nieuwste G-star sneakers, rijd ik in een flitsende audi en sla in mijn vrije tijd graag andere mensen (lees muay thai training). Mijn fiets laat ik staan en wollen sokken en sandalen heb ik nooit gehad. Het blijft soms nog verbazingwekkend hoeveel mensen bijvoorbeeld mindfulness, meditatie of zelfs psychologie soft en zweverig vinden. En wat is dan precies zweverig? Want als we iets nog niet begrijpen of het niet kunnen zien en aanraken, zal het dan niet bestaan, zo lijkt het. Maar geldt dat bijvoorbeeld voor lucht dan ook? Dat zien we immers niet en met aanraken komen we ook niet verder. Onderzoek en wetenschappelijk bewijs vind ik belangrijk. Maar hoewel wij vaak wetenschap en spiritualiteit als twee uitersten zien, zie ik het graag als een aanvulling op de ander. Want als we iets nog niet weten, bestaat het dan ook niet? En hoe vaak is er nieuw wetenschappelijk onderzoek, dat voorgaand onderzoek teniet doet? Neem nu mindfulness, wat overigens ook wetenschappelijk onderzocht en bewezen is. Mindfulness Based Cognitive Therapy boekt verrassende resultaten bij mensen met verschillende stoornissen, waaronder angst en stress.

Laatst zei iemand tegen mij:” jij doet toch dat zweverig gedoe, mindfulness?” Wat versta je dan onder zweverig, vroeg ik hem. “Nou ja, niet echt met twee benen op de grond staan, vage dingen geloven en meditatie enzo”, was zijn antwoord.

Maar mindfulness zorgt juist voor je aandacht kunnen richten in het hier en nu, dus met beide benen stevig op de grond staan. Daarnaast geloof je niet meer automatisch alle storende gedachten vol aannames en veroordelingen van jezelf en is ook nog eens psychologisch wetenschappelijk bewezen dat ademhalingoefeningen, ofwel meditatie gezond is voor lichaam en geest.

Ik zie zijn gespannen schouders en fronsende voorhoofd vol gedachten terwijl hij zegt: “Ja, het zal wel, ik geloof er niets van en trouwens, daar heb ik het veel te druk voor, want ik moet nog dit en dat en...”